Theologische studiën, Volume 16

Front Cover
Kemink & Zoon, 1898
 

Other editions - View all

Common terms and phrases

Popular passages

Page 11 - Nunc age, Dardaniam prolem quae deinde sequatur Gloria, qui maneant Itala de gente nepotes, Illustres animas nostrumque in nomen ituras, Expediam dictis, et ,te tua fata docebo.
Page 413 - No law can be sacred to me but that of my nature. Good and bad are but names very readily transferable to that or this; the only right is •what is after my constitution, the only wrong what is against it.
Page 123 - En daar waren herders in diezelfde landstreek , zich houdende in het veld, en hielden de nachtwacht over hunne kudde. 9. En ziet, een engel des Heeren stond bij hen, en de heerlijkheid des Heeren omscheen ze, en zij vreesden met groote vreeze.
Page 278 - Der Mensch, wenn er auch in der Zeit geboren wird, ist doch in den Anfang der Schöpfung (das Centrum) erschaffen. Die That, wodurch sein Leben in der Zeit bestimmt ist, gehört selbst nicht der Zeit, sondern der Ewigkeit an: sie geht dem Leben auch nicht der Zeit nach voran, sondern durch die Zeit (unergriffen von ihr) hindurch als eine der Natur nach ewige That.
Page 257 - Of hij ontvangt honderdvoud nu in dezen tijd, huizen, en broeders, en zusters, en moeders, en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de toekomende eeuw het eeuwige leven.
Page 395 - Accepimus, majores nostros eo gradu fidei, quo a temporalibus ad aeterna conscenditur, visibilia miracula (non enim aliter poterant) secutos esse: per quos id actum est, ut necessaria non essent posteris. Cum enim ecclesia catholica per totum orbem diffusa atque fundata sit, nec miracula illa in nostra tempora durare permissa sunt, ne animus semper visibilia quaereret, et eorum consuetudine frigesceret genus humanum...
Page 316 - Das schönste Glück des denkenden Menschen ist, das Erforschliche erforscht zu haben und das Unerforschliche ruhig zu verehren.
Page 257 - God zijn alle dingen mogelijk. 27 Toen antwoordde Petrus en zeide tot hem : Zie, wij hebben alles verlaten, en zijn u gevolgd ; wat zal ons dan geworden...
Page 124 - Heer uw dienstknecht gaan in vrede naar uw woord, want mijne oogen hebben uwe zaligheid gezien'1, en dan volgt; er nog: „die gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volkeren, een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van uw volk Israël" En Jozef en zijne moeder verwonderden zich over hetgeen van hem gezegd werd.
Page 124 - Simeon zegende hen , en zeide tot Maria zijne moeder: Zie, deze wordt gezet tot een val en opstanding veler in Israël, en tot een teeken dat wedersproken zal worden 35 (en ook een zwaard zal door uw zelfs ziel gaan), opdat de gedachten uit vele harten geopenbaard worden.

Bibliographic information